Vakantie Canal du Midi 2009
Grotten van Limousis
Woensdag zijn we na het ontbijt naar de grotten van Limousis gereden ten noorden van Carcasonne, het eerste deel van de weg kenden we dus al.
Even voor het middaguur waren we bij de grot. We moesten tot 12:30 wachten op de volgende rondleiding, dus hebben we in de tussentijd een broodje
gegeten. Om half één werden we opgeroepen en moesten we een klein stukje lopen naar de ingang van de grot. In de grot was het
14 graden. De grot is uitgeslepen door een onderaardse rivier via een bron van de Orbiel bij Lastours. De rondleiding door de fraaie grot is
ongeveer 500 meter en duurde ongeveer een uur. Helaas sprak de gids alleen Frans, maar bij de ingang hadden we een
verkorte versie in het Nederlands gekregen op papier. Uiteraard is de grot niet veel anders dan andere grotten met zijn stalagtieten en
stalagmieten. Wat wel heel bijzonder is, is de enorme bol aragoniet die zich in deze grot bevindt. Deze zit helemaal aan het einde en voor de
onthulling ervan wordt een hele show met licht en geluid gebruikt. Na de vele ohs en ahs (in het Frans) tijdens deze show zijn we teruggelopen
naar de ingang.
Foto's van de grotten van Limousis
Op zoek naar de bron van het Canal du Midi
Eenmaal weer buiten de grot was de temperatuur opgelopen tot de tropische waarde van 35 graden en omdat we uit een koele grot kwamen voelde dat
extra warm aan. Onze volgende bestemming was het Bassin de Saint Ferréol bij Revel. Dit is één van de drie stuwmeren waar
het water wordt verzameld om het Canal du Midi te voeden. Vanuit het meer loopt het voedingskanaal, het kanaal Rigole de la Plaine, naar het
Bassin de Naurouze bij Labastide-de'Anjou om vandaar in het Canal du Midi uit te komen. In Saint Ferréol hebben we het museum over de
geschiedenis van het Canal du Midi bezocht en door de bijbehorende tuinen gelopen. Helaas is alles in het museum alleen in het Frans, dus voor
ons niet zo eenvoudig te begrijpen. Na een wandeling door de tuin waar een smal stroomplje te zien is dat uiteindelijk het kanaal zal worden,
zijn we doorgereden naar het Bassin de Naurouze om daar het voedingskanaal in het Canal du Midi te zien stromen. Hier bevindt zich tevens de
waterscheiding. Al het water ten westen van hier stroomt via het Canal du Midi naar Toulouse en dan via het Canal du Garonne naar de Atlantische
oceaan. Al het water ten oosten van hier stroomt via het Canal du Midi naar de Middelandse zee. Dit is dan ook het hoogste punt van het kanaal,
vanuit hier stroomt het in beide richtingen naar beneden. Bij Naurouze staat ook de obelisk die is opgericht voor Pierre Paul Riquet, de bouwer
van het Canal du Midi. Via Castelnaudery, waar we aan de kade langs het kanaal wat hebben gegeten, zijn we terug gegaan naar Gincla.

De tuinen bij het museum zijn een geliefd uitje
In de voetsporen van de Katharen
De Katharen
Rond het jaar 1000 ontstond er in Europa een religieuze stroming die duidelijk afweek van de rooms katholieke kerk. De mensen die deze stroming
aanhingen werden door de rooms katholieke kerk ketters genoemd en door hen ook fel bestreden. Vooral in Zuid-Frankrijk had deze stroming, die
katharisme werd genoemd, vele aanhangers die dus Katharen werden genoemd. De Katharen waren vegetariërs, moesten regelmatig vasten en waren
aan strenge wetten gebonden. Rond het jaar 1200 werd in Rome een nieuwe paus gekozen, Innocentius III. Deze nieuwe paus was het grote aantal ketters
in Zuid-Frankrijk een doorn in het oog. Hij ondernam, samen met onder andere de Franse koning, militaire acties tegen de Katharen en er onstond
een bloedige klopjacht op de Katharen die soms op een beestachtige manier werden afgeslacht. Onder andere werd in 1209 de gehele bevolking van
de stad Béziers, zo'n 20.000 mensen, uitgemoord. Deze moordpartij stond onder leiding van ene Arnaud Amaury. Op de vraag hoe men de Katharen
van katholieken kon onderscheiden zou deze man gezegd hebben: 'Doodt hen allen, God zal de zijnen herkennen'. Het laatste Katharen bolwerk, kasteel
Montségur, werd in 1244 overmeesterd. De laatste Kathaar, Guilame Bélibaste, sterft in 1321 in Villerouge-Termenès op
de brandstapel.
De laatste dag in de Pyreneeën hebben we een rondje gemaakt langs een paar van de vele Katharenkastelen die in dit gebied te vinden zijn.
Het ontbijt hebben we vandaag niet in het hotel genomen omdat we dat te duur vinden voor wat er wordt geboden. In plaats daarvan hebben we bij
de epicerie in Lapradelle een sandwich gekocht met koffie, een stuk goedkoper dan in het hotel. Na dit ontbijt zijn we naar het kasteel
Quéribus bij Cucugnan gegaan. Het kasteel ligt hoog bovenop een berg. Je kan er niet helemaal met een auto komen, dus halverwege parkeren
en dan in de hitte een steil pad naar boven lopen. Het kasteel werd voor het eerst vermeld in 1020. Ridder Chabert de Barbaira bood in 1255
weerstand, maar kan niet voorkomen dat het kasteel als laatste bolwerk van de Katharen in handen valt van de Franse kruisvaarders. Als een waar
adelaarsnest staat het kasteel op een rotspunt op 728 meter hoogte. Toen we eenmaal naar boven waren geklommen hebben we door de ruïne van
het kasteel gelopen en na ongeveer een uur zijn we weer naar beneden gelopen. Vervolgens zijn we naar het nabij gelegen dorpje Cucugnan gereden
om te lunchen en om een korte wandeling door het dorp te maken om onder andere de Omer windmolen te bekijken. Deze molen wordt al in documenten
uit 1692 genoemd, maar is vervolgens vergaan tot een ruïne. In 2003 is de molen geheel gerenoveerd. Na het bekijken van deze molen (alleen
de buitenkant) zijn we naar Villerouge-Termenès gegaan om het daar aanwezige Katharenkasteel te bekijken. Villerouge-Termenès hebben
we gekozen omdat het kasteel daar in het dorp ligt en we dus niet weer eerst een berg hoeven te beklimmen. De eerste gegevens over dit kasteel
dateren uit de 12e eeuw. Het huidige kasteel is geheel gerenoveerd en in het kasteel is een multimedia rondleiding. Die gaat over Guilame
Bélibaste, een boer die zich aansluit bij de Katharen en uiteindelijk als de laatste gekende Kathaar in 1321 in Villerouge-Termenès
levend wordt verbrand.

Het Katharenkasteel Quéribus ligt hoog op een berg
Na deze boeiende rondwandeling hebben we de kerk St. Ettiene van Villerouge-Termenès bekeken met zijn bijzondere
altaar. Daarna zijn we via de indrukwekkende Gorges de Calamus terug gereden naar het hotel. Omdat de weg door deze kloof zo smal is, wordt het
verkeer met verkeerslichten geregeld. Steeds kunnen een aantal auto's, de weg in één richting berijden. In Lapradelle, tegenover
de epicerie niet ver van het hotel, hebben we gegeten. Hierdoor waren we eindelijk weer eens een beetje op tijd terug in het hotel.
Foto's van de Gorges de Calamus
Van Gincla naar Saint Julien du Gua
Vrijdag zijn we van ons hotel in Gincla naar het plaatsje Saint Julien du Gua in de Ardèche gereden. In Saint Julien du Gua heeft een
tante van Hilleke een huis waar ze in de zomer vaak is en we hadden met haar afgesproken om een paar dagen langs te komen. Deze ochtend ook weer
bij de epicerie in Lapradelle een broodje met koffie gekocht alvorens we verder gingen. Omdat Ciska al een paar dagen niet naar een zwembad was
geweest hadden we het plan opgevat om naar Axat te rijden om daar een paar uur te gaan zwemmen alvorens naar de Ardèche te gaan. In Axat
moesten we even zoeken naar het zwembad, maar helaas ging het pas om 11:30 open en daar wilden we niet op wachten. Maar een paar dagen eerder
hadden we langs de weg naar St. Paul een camping met een zwembad gezien dus wilden we daar heen gaan. Dat zwembad bleek echter zo klein dat we
doorgereden zijn. Nadat we in St. Paul ook nog naar een supermarkt waren geweest konden we eindelijk echt gaan doorrijden. De lunch hebben we
onderweg bij een tankstation gedaan en vervolgens zijn we in één ruk doorgereden naar Saint Julien du Gua waar we hartelijk
werden verwelkomd door Hillekes tante.
Saint Julien du Gua
De eerste echte dag in Saint Julien du Gua hebben we weinig ondernomen. Er was die zaterdag een dorpsfeest in het dorp en daar zijn we 's middags
even over heen gelopen. Het was een soort rommelmarkt waar iedereen zijn oude spullen te koop aanbood. Verder was er een optreden van een
linedance groep tegenover het café waar we wat hebben gedronken. Saint Julien du Gua is maar een klein dorp, er wonen slechts zo'n 200 mensen
en je hebt het dus vrij snel gezien. Bij een vrouw die hoeden maakt heeft Ciska nog een paar hoeden gepast. Ook was er een schilderijen expositie van
kunstenaars uit de omgeving van het dorp.
Foto's van het dorpsfeest in Saint Julien du Gua

De kerk op het centrale plein in Saint Julien du Gua
Rondje Ardèche
Voor zondag hadden we een rondje door de Ardèche gepland in de buurt van Saint Julien du Gua. De weersvoorspelling zag er niet zo goed uit,
regen en onweer in de middag. Toen we rond half elf vertrokken zag het er echter nog goed uit, wel bewolkt en slechts 20 graden. Als eerste zijn
we naar de Col de Quatre Vios (1149 meter) gereden waar een restaurantje staat dat wordt gerund door een Nederlandse dame en waar we koffie hebben
gedronken. We hebben tevens een tafel voor de lunch gereserveerd voor rond een uur of één. Na de koffie zijn we doorgereden naar de
Gerbier de Jonc, een vreemde bult in het landschap van 1551 meter hoog die je kunt beklimmen. Arjan wilde naar boven, maar de dames niet.
Uiteindelijk is Ciska nog wel achter Arjan aangekomen, maar ze wilde niet helemaal naar de top. Echter bleek dat de weg omlaag een andere was dan
die omhoog en we dus wel tot de top door moesten gaan. Overigens moeten volwassenen € 1,50 betalen om de heuvel te beklimmen, kinderen tot 10
jaar zijn gratis. Je hoeft overigens maar 134 meter omhoog omdat de heuvel uiteraard niet op zee niveau ligt. Die weg omhoog is overigens niet zo
mooi als die naar bijvoorbeeld het kasteel Quéribus. Je moet over rotsblokken klauteren en klimmen en soms hangt er zelfs een touw waar je
je aan kunt optrekken. Eénmaal bezweet boven aangekomen, gelukkig was het nu maar 20 graden, hebben we van het uitzicht genoten en zijn we
daarna weer naar beneden geklommen. Daar aangekomen zijn we weer terug gereden naar het restaurant voor de lunch. Na de lunch zijn we via een
andere route terug gereden naar Saint Julien du Gua. Toen we weer terug waren begon de lucht behoorlijk dicht te trekken en even later kregen we
de beloofde regen en onweer. De eerste regen overdag deze vakantie. De vorige drie regen- en onweersbuien waren altijd 's nachts geweest.

De Gerbier de Jonc, een vreemde bult in het landschap
Terugreis
Maandag 10 augustus, de dag van de terugreis naar Nederland, zijn we rond 7 uur zijn we opgestaan. Terwijl Hilleke en Ciska naar de bakker waren
om broodjes te halen heeft Arjan de auto ingeladen. Na het ontbijt zijn we rond 9:30 vertrokken uit Saint Julien du Gua voor de ruim 1000 kilometer
lange reis terug naar Nederland. Toen we vertrokken was het zo'n 20 graden en aardig weer, maar in de buurt van Lyon begon het te regenen. We
hebben zo een aantal buien gehad onderweg en soms was het dan ook weer zonnig. Via Nancy, Luxemburg en Brussel zijn we, met uiteraard diverse
pauzes naar Nederland gereden. Uiteindelijk waren we tegen 10 uur 's avonds weer thuis in Strijen.